Wat kunt u doen?

De nood in deze wereld is groot,
de oogst is gelukkig ook groot,
en de geestelijke behoeften onder Gods volk zijn een noodkreet!

Dat geldt allereerst al in ons eigen taalgebied. Er zijn te weinig middelen voor de Nederlandse werkers, voor gevangeniswerk, enz. We worden geconfronteerd met vele noden:
- levensonderhoud, reiskosten, verzekering e.d. van dienstknechten;
- conferenties en seminars;
- de jaarlijkse verspreiding van duizenden gevangeniskalenders door stg. Uit het Woord der Waarheid;
- gratis lectuur voor mensen die het niet kunnen betalen.

De nood is ook groot in vele andere landen:
- weduwen en wezen & tehuizen voor hen (o.a. India);
- inlandse arbeiders & hun gezinnen (o.a. Nigeria, Kameroen, Egypte...);
- schoolwerk (Colombia, Congo, Kameroen, Togo...);

- grote armoede in de droge gebieden van de Sahel (het duizenden kilometers lange ‘grensgebied’ langs de zuidelijke Sahara)
- kinder- en jeugdwerk;
- gevangeniswerk;
- lectuurwerk in vele landen wereldwijd (foto onderaan de pagina: boekhandel in Caïro, Egypte);
- radiowerk in Peru, Kameroen, Noord-Afrika...
- radiowerk, websites en internet-zending onder moslims in het Arabisch, Berber, Farsi (Noord-Afrika, Midden-Oosten);
- Bijbelwerk naar strikt gesloten landen (islam, communisme);
- conferenties en toerusting voor vervolgde Christenen...

Hoe ziet de financiële situatie er momenteel uit voor 'werk des Heren' en 'behoeften der heiligen'?
Kort gezegd: tijd om wakker te worden! Er wordt wellicht veel gegeven aan allerlei algemene sociale doelen. En de economische crisis zorgt er nog sterker voor dat 'de hand op de knip' blijft. Door Gods genade zijn de mogelijkheden de afgelopen twintig jaar alleen maar gestegen. In vele nieuwe zendings-gebieden heeft de Heer deuren geopend. Maar helaas ... de middelen ontbreken vaak zelfs voor het allernodigste. Help dus actief mee!

Wat heeft dit geldgebrek ons allemaal te zeggen?
Moeten we niet overwegen of wij heel persoonlijk een verantwoordelijkheid hebben om 'naardat we welvaart hebben' bij te dragen aan 'het werk aan Gods Huis'? We wonen meestal in 'weldoortimmerde huizen'.

Kunnen we misschien uit dankbaarheid aan God voor Zijn onuitsprekelijke gave (2 Kor. 9:15) méér geven dan we gewend waren om
- arme gelovigen in tal van regio's te helpen
- en evangelisatie- en opbouwwerk in tientallen landen te steunen...?

Hebben wij niet een eerste verantwoordelijkheid voor de steun aan gelovigen met wie we wereldwijd verbonden zijn? Verwachten ze niet terecht dat wij hen te hulp komen?! Als wij het niet doen, wie dan wél?